Wezentoeslag: zorgpremie bij verlies van ouder(s)


Wat is Wezentoeslag?
Wezentoeslag is de verhoogde Kinderbijslag of Groeipakket als een of beide ouders overleden zijn.
- Maandelijks bedrag bovenop (of als vervanging van) je Groeipakket
- Je krijgt dit automatisch als je er recht op hebt.
- Bedrag hangt af van je woonplaats en de gezinssituatie

Praktische informatie over de wezentoeslag
Kinderen die 1 of beide ouders verliezen, krijgen een extra ondersteuning. Ze hebben recht op een wezentoeslag (ook wel gekend als ‘zorgtoeslag voor wezen’ of ‘wezenbijslag’) zolang ze recht hebben op de Kinderbijslag of het Groeipakket.
Wanneer een kind (half)wees wordt, worden wij als Kinderbijslagfonds automatisch op de hoogte gebracht via het Rijksregister. Deze periode is al moeilijk genoeg, jij hoeft zelf niets in orde te brengen.Tenzij het om een overlijden in het buitenland gaat, dan moet je ons het overlijdensbericht bezorgen.
Ontvang je niet automatisch de verhoogde wezentoeslag?
Hoeveel wezentoeslag ontvang je?
1 ouder overleden
Beide ouders overleden
1 ouder overleden
Beide ouders overleden
Kinderen geboren voor 01/01/2020
1 ouder overleden |
431,22 Euro |
Beide ouders overleden |
431,22 Euro |
Kinderen geboren na 01/01/2020
0-17 jaar |
18-24 jaar |
|
1 ouder overleden |
261,84 Euro |
278,73 Euro |
Beide ouders overleden |
357 Euro |
357 Euro |
Enkele tips om kinderen te helpen bij het rouwen
- Verberg niets, vertel de waarheid
Praat met het kind. Hoe klein ze ook zijn, kinderen betrek je het best zoveel mogelijk. Vergis je niet, ze voelen het echt wel als je iets verbergt. Bovendien bewijs je ze geen dienst door er niet over te spreken: het zal het verwerkingsproces uiteindelijk moeilijker maken. Leg uit wat er aan de hand is en wees zo eerlijk mogelijk. Creëer een veilige sfeer als je het droeve nieuws brengt. Probeer de boodschap concreet en kort te verwoorden, maar gebruik wel woorden die het kind verstaat. Hoe hard het ook is, maak duidelijk dat degene die dood is niet meer terugkeert. “Papa slaapt nu voor altijd” kan bij een kind de indruk wekken dat hij misschien toch nog ooit wakker wordt. Of het kan het kind bang maken om te gaan slapen, want ‘wie weet wordt het zelf ook niet meer wakker’.
- Ga de overledene groeten
Geef het kind de kans om de overledene nog eens te zien en afscheid te nemen. Je hoeft het natuurlijk niet te dwingen, als hij of zij daar niet klaar voor is of niet wil. Maar praat erover. Misschien is het kind bang en kan je die angst wegnemen. Laat een kind ook meekomen naar begrafenis of uitvaartdienst. Het zal het kind niet tekenen, het leert dat verdriet ook een deel van het leven is. Zorg wel voor een goede, warme opvang.
- Houd de herinnering levend
Het is erg belangrijk dat kinderen onthouden en blijven beseffen dat mama en/of papa heel veel van hen hield. Een doos met herinneringen (foto’s, een boek, een kaartje of brief, souvenirs …) maken is een goed idee. Zo hebben ze iets tastbaars. Als je als mama of papa weet dat je gaat sterven, kan je die herinneringsdoos nog zelf maken. Blijf nadien praten over de overleden ouder, zeker bij belangrijke gebeurtenissen.
- Luister
Laat het kind duidelijk voelen dat het mag praten over zijn of haar verlies. En dat het oké is om vragen te stellen over de dood van mama of papa. Te vaak denken we dat we over zo’n zware onderwerpen beter niet spreken met kinderen. Maar ook zij moeten hun verdriet verwerken. En dat verdwijnt niet door te zwijgen. Vaak willen ze praten over wat ze voelen, alleen op een andere manier dan volwassenen. Geef het kind de nodige ruimte als het wat aarzelt of weigert. Misschien kan je kind zijn gevoelens beter uiten via een tekening, in plaats van het uit te spreken. Luister dus heel aandachtig naar de taal die het kind spreekt.
- Vertrouw op de veerkracht van kinderen
Heb vertrouwen in het kind: het kan soms beter tegen een stootje dan je denkt. Maar waak er tegelijk over dat het na het verlies van een ouder nog altijd genoeg nestwarmte en liefde krijgt. Toon het ook gerust als jij zelf verdrietig bent en de overleden persoon mist. Huil, knuffel, troost … wees er voor elkaar.
Veelgestelde vragen
Woon je niet meer samen met de andere ouder van je kind(eren)?
Dan kan elke ouder op basis van zijn of haar gezinsinkomen slechts recht hebben op de helft van de premie. Elke ouder apart kan dus recht hebben op 50 EUR per kind in plaats van 100 EUR.
Is de verblijfsregeling van de kinderen niet gelijk verdeeld? Stuur ons dan zeker een kopie op van het vonnis van de rechtbank. Daarna kunnen we je dossier aanpassen.
Gezinsinkomens zijn altijd jouw inkomsten als je alleen woont of de inkomsten van jou en je partner als je samenwoont.
Je hoeft niet wettelijk samenwonend of gehuwd te zijn om samenwonend te zijn, het kan ook feitelijk zijn.
Wat telt mee als gezinsinkomsten in Vlaanderen?
Het belastbaar inkomen, voor aftrek:
- beroepsinkomsten:
- loontrekkende: vóór de aftrek van beroepskosten
- zelfstandige: na de aftrek van beroepskosten, vermenigvuldigd met 100/80
- uitkeringen van de ziekteverzekering
- werkloosheidsuitkeringen of pensioenen
- 80% van de ontvangen onderhoudsgelden
- inkomsten uit onroerende goederen volgens jouw kadastraal inkomen:
- één keer het kadastraal inkomen van de eigendommen die je voor je beroep gebruikt.
- drie keer het kadastraal inkomen ‘vreemd gebruik’. Dit is alles wat je niet gebruikt voor je beroep.
- het kadastraal inkomen van je eigen woning telt niet mee
- de inkomensvervangende tegemoetkoming, toegekend aan personen met een handicap;
- het leefloon
- de inkomsten toegekend aan de personeelsleden van een Europese of andere internationale instelling, voor hun totaalbedrag, verminderd met de persoonlijke bijdragen voor de door de instelling georganiseerde verzekering voor de dekking van socialezekerheidsrisico's.
Het gezinsinkomen verminderen we met 80% van de betaalde onderhoudsgelden.
Wat valt niet onder de gezinsinkomsten in Vlaanderen?
- Toeslagen en premies vanuit de Kinderbijslag of Groeipakket;
- Alimentatie
- Loon en vakantiegeld bij een flexi-job;
- Afzonderlijk belastbare inkomsten.
- Maaltijd- en ecocheques;
- Onkostenvergoeding voor vrijwilligers;
- Tegemoetkomingen voor hulp van derden, hulp aan bejaarden, integratietegemoetkomingen voor personen met een handicap, tegemoetkomingen van de Vlaamse zorgverzekering;
- Onkostenvergoeding voor onthaalouders
- Forfaitaire vergoedingen voor de voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.
Met het Groeipakket kun je in de volgende situaties zitten.
- Jouw inkomen (bruto jaar) ligt tussen 34.526,91 euros en 40.281,40 euros:
Gezinnen met een inkomen tussen deze grensbedragen hebben recht op 35 EUR sociale toeslag per kind. Maar, dit is enkel van toepassing op gezinnen met maximaal 2 rechtgevende kinderen.
- Jouw inkomen (bruto jaar) ligt tussen 34.526,91 euros et 64.945,93 euros:
Enkel als je minstens 3 rechtgevende kinderen hebt, is deze inkomenscategorie van toepassing. Bovendien moet minstens 1 van je kinderen recht hebben op de nieuwe bedragen Groeipakket. De nieuwe bedragen zijn van toepassing voor kinderen die pas voor de eerste keer recht hebben op Groeipakket vanaf 1 januari 2019.
Beide brieven dienen om het recht op je sociale toeslag te onderzoeken. Je ontving de brief omdat:
- De gezinsinkomsten die we automatisch ontvingen onvolledig zijn. Je krijgt dan de mogelijkheid om zelf je inkomsten door te geven, zodat wij het recht op je sociale toeslag alsnog kunnen onderzoeken.
OF
- Omdat je ons zelf een aanvraagformulier hebt opgevraagd omdat je werkelijke inkomsten lager liggen dan de gezinsinkomsten die we automatisch ontvingen.
Het is de bedoeling dat je ons manueel je inkomsten doorstuurt met alle relevante bewijsstukken.
Je kan een vervangingsinkomen krijgen bij loonverlies. Het gaat om werkloosheid, pensionering of arbeidsongeschiktheid (ziekte). De ontvangen Kinderbijslag of Groeipakket is geen vervangingsinkomen.
In sommige gevallen kan het ontvangen van een vervangingsinkomen ervoor zorgen dat je recht hebt op verhoogde Kinderbijslag of Groeipakket.
Vragen over de wezentoeslag? Neem dan zeker contact op met jouw KidsLife-adviseur.